pronkboon

De pronkboon lijkt veel op de snijboon, maar behoort tot een andere soort. Onze gewone sperziebonen heten in het latijn Phaseolus vulgaris, de pronkboon heet Phaseolus coccineus. Van de pronkboon bestaat een roodbloemige variant, die vaak geteeld wordt en daardoor gemakkelijk herkenbaar is in de volkstuinjes. Er zijn nog heel wat meer verschillen tussen pronkbonen en sperziebonen:
  1. Pronkbonen vormen verdikte wortels, die eetbaar zijn. In centraal amerika worden de planten vaak als meerjarig gewas geteeld, de planten kunnen uitlopen vanuit de wortels. In nederland is dat niet mogelijk, omdat de planten niet tegen vorst kunnen.
  2. De kiemlobben blijven bij de pronkboon onder de grond, net als bij erwten. (zie foto van de kiemplant)
  3. Pronkbonen zijn robuuster en beter bestand tegen ongunstig weer en tegen plantenziekten.
Zaaien
Pronkbonen kunnen vanaf half mei in de volle grond gezaaid worden. Het zijn harde groeiers die gemakkelijk 3 meter lang kunnen worden. Ze hebben steun nodig in vorm van tonkinstokken of ander rijshout. Zaai 2-3 zaden per stok. Zie sperzieboon voor plantafstanden bij gebruik van stokken. Vervroegen is mogelijk door de planten enkele weken eerder in potten te zaaien op een warme lichte plek. Plant de zaailingen dan uit als het risico op nachtvorst is geweken, of dek ze 's nachts af als er nachtvorst dreigt.
De zaaidiepte is 2-3 cm. Kieming duurt 6-10 dagen bij een temperatuur van 12-18 oC. Druk de aarde goed aan na het zaaien.
Er bestaat trouwens wel een niet-klimmend pronkboon-ras (Hestia), maar dat is een beetje een buitenbeentje. Een gewone pronkboon klimt.
Pronkboon kiemplant. De kiemlobben zijn onder de grond gebleven!


Bemesting
Net als sperziebonen zijn pronkbonen het meest gebaat bij een bemesting met compost, of een kleine hoeveelheid oude stalmest. Net als andere vlinderbloemigen kunnen pronkbonen stikstof uit de lucht binden.

Ziekten en plagen
De planten zijn resistenter dan sperziebonen. Wat schade door slakken, luizen of schimmelziekten bij te dichte stand is atijd mogelijk.

Gewasverzorging
Spit de grond voor de teelt goed diep om, de bonen willen graag een flink wortelstelsel maken. Aard iets aan als de planten zijn uitgelopen, of gebruik mulch. Houd de grond rondom de planten onkruidvrij en los.

Oogsten en bewaren
Het wordt in het algemeen aangeraden om pronkbonen jong te plukken, omdat ze anders een taaie 'draad' over de naad van de peul ontwikkelen. Bij het ras dat ik gebruikt heb 'Feuerbonen' , heb ik er weinig van gemerkt. Ook bij een lengte van 20 cm waren de bonen verassend zacht en smakelijk. Het ruwe uiterlijk van de peul is dus een beetje misleidend, ik vond ze net zo zacht als snijbonen. Als je de peulen door laat groeien, kunnen ze uiteindelijk wel 50 cm lang worden.
Pluk de bonen regelmatig om de productie van nieuwe bonen goed op gang te houden. De oogst van pronkbonen is wat meer gespreid dan die van sperziebonen.
Pronkboon peulen hebben een ruw uiterlijk, maar smaken net zo zacht als sperziebonen.
Pronkbonen doen wat meer aan kluisbestuiving dan sperziebonen. Bij het zelf bewaren van zaad is de kans dat de nieuwe planten niet zuiver terug komen dus groter.
De zaden van de pronkboon zijn ook als droge boon te gebruiken.




   ©moestuintips     info@moestuintips.nl